top of page
Zoeken

In gesprek over geloof(verandering)

Ik schrok van een onderzoek in de VS (Perrin) waaruit blijkt dat slechts 12% van kerkgaande kinderen en tieners betekenisvolle gesprekken hebben over geloof met hun moeder, en slechts 5% met hun vader.


De meeste mensen praten niet zo makkelijk over hun geloof(verandering) als over andere onderwerpen. Soms heerst er binnen families en vriendenkringen een ‘don’t ask, don’t tell’ mentaliteit als het gaat om geloof en geloofstwijfel. En als we wel het gesprek wel aangaan met iemand die een andere mening of overtuiging heeft vervallen we al snel in het verdedigen of aanvallen.


Ik ben dankbaar dat ik een opvoeding heb gehad waarbij ik altijd open en eerlijk over mijn geloof kon praten. Alle vragen waren welkom maar dan kon je ook een antwoord verwachten. En dat maakte ook dat ik vanaf mijn pubertijd niet langer genoegen nam met die antwoorden. Vooral in gesprek met mijn moeder kwamen we steeds meer tegenover elkaar te staan. We probeerden allebei ons eigen gelijk te verdedigen en de ander te overtuigen met onze beste argumenten.


Ik merkte dat ik vaak bewust die discussie opzocht, alsof ik een weerwoord nodig had om mijn eigen nieuwe inzichten te bevestigen. Soms botste het even en dan stonden we daarna even met onze rug naar elkaar toe en gingen we het onderwerp voorlopig uit de weg, omdat we de sfeer goed wilden houden. Maar door de jaren heen hebben wij ontdekt dat we er, naast het tegenover elkaar staan en met de rug naar elkaar toe, nog een derde optie is waarbij we naast elkaar kunnen staan met onze blik in dezelfde richting. Alleen dan kunnen we namelijk zien wat de ander ziet. We laten ruimte voor verschillen maar wekken ook nieuwsgierigheid bij de ander.


Nieuwsgierig blijven is erkennen dat je iets niet weet. Ik heb moeten leren dat de ander altijd expert is als het om zijn eigen ervaring gaat. Mijn moeder en ik leren steeds beter om goede vragen te stellen zonder al te snel te ‘weten hoe het zit’.


"Ik heb moeten leren dat de ander altijd expert is als het om zijn eigen ervaring gaat.”

Het schijnt dat we in onze gesprekken gemiddeld zestig procent van de tijd over onszelf spreken (Scientific American, 16 Juli 2013). Goede vragen zijn vragen die gaan over de ander. Een goede vraag blijft dichtbij het verhaal, de ervaring van de ander en gaat niet stiekem over mij, mijn beleving, mijn mening. Dat dat heel vaak per ongeluk wél gebeurt, heeft te maken met onze luistervaardigheid.


Ik moet bekennen dat ik vaak maar half luister. Ik denk aan mijn to-do-lijstje terwijl de ander praat, ik denk aan wat ik zo meteen wil gaan zeggen of ik bedenk hoe ik mij zou gedragen in de situatie die de ander beschrijft. Goed luisteren is een blokkade voor een betekenisvol geloofsgesprek. Een andere blokkade is angst. We zijn – als het om vragen stellen gaat – vaak bang voor dingen als:

- Ongemak bij de ander.

- Onze eigen pijn en ons eigen ongemak.

- Conflict, ruzie en algehele ongezelligheid.


"Ik moet bekennen dat ik vaak maar half luister."

Maar de angst houdt de afstand tussen elkaar in stand. Terwijl openheid en het stellen van vragen juist die afstand kan verkleinen. (Als je meer wilt leren over de kunst van vragen stellen, lees het boekje ‘Socrates op sneakers’ van Elke Wiss).

De manier waarop we onze vragen stellen is dan natuurlijk wel belangrijk. We kunnen snel een beeld of karikatuur van de ander maken wat geen recht doet aan zijn of haar ervaring. Of zoals Geert Jan Blanken het omschrijft in zijn blog: "Een gesprek tussen twee stuntelende mensen die van elkaar houden, en die elkaar omarmen, maar niet vasthouden en gevangenhouden in beelden en ideeën. Een gesprek waarin twee mensen bezig zijn wat meer zichzelf te worden."


Wij hoeven geen oordeel te vellen over de weg die iemand bewandelt. Soms gebeurt dit onbewust in onze gedachten en onze woorden. Soms gebeurt het heel bewust en veroordelen we de ander. In sommige orthodoxe Joodse gemeenschappen wordt iemand die stopt met geloven als dood beschouwd en wordt er zelfs een symbolische begrafenis voor georganiseerd. Als iemand in de wildernis zit en even niet meer weet wat te geloven hebben ze meer dan ooit hun vrienden en familie nodig! Laten we daarom in plaats van tegenover elkaar of met de rug naar elkaar toe, als reisgenoten naast elkaar te lopen.


"‘We zoeken allebei naar hetzelfde maar komen elk bij een ander gezichtspunt uit."

Mijn moeder en ik weten inmiddels dat de felheid waarmee we soms in gesprek kunnen gaan alleen maar een teken is dat we gepassioneerd zijn over het onderwerp. We kunnen ons er allebei door laten raken omdat het zo’n groot deel van ons leven is. We worden steeds beter in luisteren. We houden van elkaar en komen steeds dichter bij elkaar, niet ondanks maar dankzij onze verschillende manieren van kijken. We waren het allebei eens toen ze onlangs deze uitspraak deed: ‘We zoeken allebei naar hetzelfde maar komen elk bij een ander gezichtspunt uit’.

62 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

In 2019 schreef Rutger Bregman de bestseller ‘De meeste mensen deugen’ waarin hij pleit voor een ander mensbeeld dat ten diepste geneigd is om het goede te doen. Dit druist in tegen alles wat de kerk

Er werd mij als christen geleerd om mijzelf op te offeren voor anderen. Principes als ‘de minste’ en ‘dienstbaar’ werden veel gebruikt in de kerk en waren een teken van persoonlijke toewijding aan God

bottom of page